Bijbel en Koran: overeenkomsten en verschillen.
Bijbel |
Koran |
God, de Schepper van hemel en aarde |
Allah, de Schepper van hemel en aarde |
1
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2
De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.
3
En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.
6-7
En God zei: Laat er een gewelf zijn … En het was zo.
9
Want Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er.
|
32
En tot Zijn Tekenen behoort de schepping van de hemelen en de aarde en de levende wezens die daarop rondlopen. En Hij is in stad om hen te verzamelen, wanneer Hij wil.
7
En Hij is Degene die de hemelen en de aarde heeft geschapen in zes dagen (perioden) en Zijn Troon was op het water, …
116-117
… Aan Hem behoort wat er in de hemelen en (op) de aarde is. … (Hij is) de Voortbrenger van de hemelen en de aarde. En wanner Hij een besluit over een zaak heeft genomen, dan zegt Hij er slechts tegen: "Wees," en het is.
|
Licht en duisternis, dag en nacht |
3-5
En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.
|
1
Alle lof zij Allah, Die de hemelen en de aarde schiep en Die de duisternissen en het licht maakte. …
5
Hij heeft de hemelen en de aarde in Waarheid geschapen. Hij doet de nacht de dag bedekken en Hij doet de dag de nacht bedekken. …
|
Hemel en aarde |
Hemelen en aarde |
6-8
En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, … En het was zo. En God noemde het gewelf hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag.
|
11-12
Daarna wendde Hij Zich tot de hemel die een nevel was en Hij zei tot haar en tot de aarde: "Kom tot Ons, gewillig of ongewillig." Zij (de hemelen en de aarde) zeiden: "Wij zijn gewillig gekomen." En Hij vervolmaakte hen, de zeven hemelen, in twee dagen (perioden) en Hij openbaarde in alle hemelen hun beschikking. …
|
Aarde en zee, regen en planten |
9-10
En God zei: Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden! En het was zo. En God noemde het droge aarde en het samengevloeide water noemde Hij zeeën; en God zag dat het goed was.
4-6
… Op de dag dat de HEERE God aarde en hemel maakte - er was nog geen enkele veldstruik op de aarde en er was nog geen enkel veldgewas opgekomen, want de HEERE God had het niet laten regenen op de aarde; en er was geen mens om de aardbodem te bewerken, maar een damp steeg uit de aarde op en bevochtigde heel de aardbodem -
11-13
En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! En het was zo. En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de derde dag.
|
53
Hij is Degene Die de twee zeeën naast elkaar doet stromen, de een zoet en fris van smaak, de ander zout en bitter. En Hij heeft een afscheiding tussen hen geplaatst, en (die is) als een onverbrugbare afscheiding.
3
Hij is Degene Die die de aarde heeft uitgespreid en daarop stevige bergen en rivieren heeft gemaakt, en van alle soorten vruchten heeft Hij paren gemaakt. …
18
En Wij stuurden een afgepaste hoeveelheid water neer waarna Wij het blijvend in de grond vasthouden. En voorwaar, Wij zijn in staat het weer weg te nemen.
22
En Wij hebben de winden gezonden als bestuivers en Wij hebben regen neergezonden uit de hemel, waarmee wij jullie te drinken geven. En jullie zijn daar niet de bewaarders van.
19-20
Toen legden Wij daarmee voor jullie tuinen met palmen en druivenstruiken aan, met daaraan veel vruchten. En jullie eten daarvan. En (van) een boom die groeit op de berg Sinai, die olie en een gerecht voor hen die eten levert.
19
En Wij hebben de aarde uitgestrekt en Wij hebben daarop bergen geplaatst en Wij hebben daarop van alles doen groeien volgens een evenwichte maat.
|
Zon, maan en sterren |
14-19
En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren! En laten zij tot lichten zijn aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde! En het was zo. En God maakte de twee grote lichten: het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren. En God plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om de dag en de nacht te beheersen en om scheiding te maken tussen het licht en de duisternis. En God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.
|
12
… En Wij versierden de nabije hemel met sterren, als een bescherming (tegen de Satan). …
16
En voorzeker, Wij hebben in de hemel sterrenstelsels aangebracht en Wij hebben haar versierd voor de aanschouwers.
15-16
Zien jullie niet hoe Allah de zeven hemelen in lagen heeft geschapen? En Hij heeft daarin de maan geplaatst als een licht en de zon als een lamp.
5
… En Hij heeft de zon en de maan dienstbaar gemaakt. Allen bewegen tot een bepaalde tijd. Weet dat Hij de Almachtige, de Vergevensgezinde is.
|
Vissen en vogels en allerlei dieren |
20-23
En God zei: Laat het water wemelen van wemelende levende wezens; en laten er vogels boven de aarde vliegen, langs het hemelgewelf! En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort. En God zag dat het goed was. En God zegende ze en zei: Wees vruchtbaar, word talrijk, en vervul het water van de zeeën; en laten de vogels talrijk worden op de aarde! Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag.
24-25
En God zei: Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren van de aarde, naar zijn soort! En het was zo. En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort. En God zag dat het goed was.
|
45
En Allah schiep ieder levend wezen uit water; onder hen er die zich op hun buiken voortbewegen en onder hen zijn er die op twee (voeten) lopen en onder hen zijn er die op vier (poten) lopen. Allah schept wat Hij wil. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken.
79
Zien zij de vogels niet gemakkelijk vliegend in het midden van de hemel? Niemand dan Allah houdt hen vast. Voorwaar, daarin is zeker een Teken voor een volk dat gelooft.
5-7
En Hij schiep het vee voor jullie: warmte en nut zijn erin, en jullie eten ervan. En voor jullie is er schoonheid in, wanneer jullie het vee 's avonds naar de stal voeren en wanneer jullie het vee 's morgens gaan weiden. En Zij dragen lasten voor jullie naar landen die jullie niet zonder moeilijkheden voor julliezelf konden bereiken. Voorwaar, jullie Heer is zeker Meest Genadig, Meest Barmhartig.
|
Mensen naar Zijn evenbeeld |
Mensen niet aan Hem gelijk |
26-28
En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!
31
En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag.
|
1-3
De Erbarmer. Hij heeft de Koran onderwezen. Hij heeft de mens geschapen.
30
En toen jouw Heer tot de Engelen zei: "Voorwaar, Ik zal op aarde een gevolmachtigde aanstellen," …
1-4
Zeg: "Hij is Allah, de Enige. Allah is de Enige van Wie al het geschapene afhankelijk is. Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt. En niet één is aan Hem gelijkwaardig."
11
De Schepper van de hemelen en de aarde, Hij heeft voor jullie van julliezelf en van de dieren paren geschapen. Hij vermenigvuldigt jullie, niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende.
|
De zevende dag — rust na voltooiing |
Na de zesde dag — continue schepping |
2-3
Toen God op de zevende dag Zijn werk, dat Hij gemaakt had, voltooid had, rustte Hij op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken.
1
Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht.
|
54
Voorwaar, jullie Heer is Allah, Degene Die de hemelen en de aarde in zes dagen (perioden) heeft geschapen. Vervolgens zetelde Hij zich op de Troon. …
38
En voorzeker, Wij hebben de hemelen en de aarde en wat ertussen is in zes dagen (perioden) geschapen, en vermoeienis raakte Ons niet.
19
Zien zij niet in, hoe Allah de schepping schiep en haar vervolgens herhaalde? Voorwaar, dat is voor Allah gemakkelijk.
6
Hij heeft jullie uit één ziel geschapen, daarna maakte Hij ervan zijn vrouw, en Hij heeft voor jullie van het vee acht in paren neergezonden. Hij schept jullie in de schoten van jullie moeders, een schepping na een schepping, in drie duisternissen." Dat is Allah, jullie Heer, aan Hem behoort de herschappij, geen god is er dan Hij. Waarom wenden jullie je af?
|