De Bijbel, 1 Koningen 21

Hoofdstuk: 1 Koningen 21

4
Toen kwam Achab thuis, somber gestemd en woedend vanwege het woord dat Naboth uit Jizreël tot hem had gesproken; dat deze had gezegd: Ik geef u het erfelijk bezit van mijn vaderen niet. Hij ging op zijn bed liggen, wendde zijn gezicht af en nam geen voedsel tot zich.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!