De Bijbel, 1 Koningen 22

Hoofdstuk: 1 Koningen 22

8
Toen zei de koning van Israël tegen Josafat: Er is nog één man om door hem de HEERE te raadplegen, maar ík haat hem, want hij profeteert niets goeds over mij, alleen maar onheil: Micha, de zoon van Jimla. Josafat zei: Zo moet de koning niet spreken!
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!