De Bijbel, 1 Samuel 20

Hoofdstuk: 1 Samuel 20

41
Toen de jongen weggegaan was, stond David op van de zuidzijde, en hij wierp zich met het gezicht ter aarde. Hij boog zich driemaal, zij kusten elkaar, en huilden met elkaar, totdat David zich vermande.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!