De Bijbel, Genesis 27
Hoofdstuk: Genesis 27
Genesis 27 32 Izak, zijn vader, zei tegen hem: Wie ben je? Hij zei: Ik ben uw zoon, uw eerstgeborene, Ezau. https://www.bijbelhoek.nl/bijbel/genesis/27/32
Genesis 27 32 Izak, zijn vader, zei tegen hem: Wie ben je? Hij zei: Ik ben uw zoon, uw eerstgeborene, Ezau. https://www.bijbelhoek.nl/bijbel/genesis/27/32