De Bijbel, Psalmen 99

Hoofdstuk: Psalmen 99

Psalmen 99
1 De HEERE regeert; laten de volken sidderen. Hij troont tussen de cherubs; laat de aarde beven. 
2 De HEERE is groot in Sion, Híj is verheven boven alle volken. 
3 Laten zij Uw grote en ontzagwekkende Naam loven. Heilig is Hij. 
4 Loof de macht van de Koning, Die het recht liefheeft. Ú hebt een billijk bestuur gevestigd, Ú hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob. 
5 Roem de HEERE, onze God; buig u neer voor de voetbank van Zijn voeten. Heilig is Hij. 
6 Mozes en Aäron waren onder Zijn priesters, Samuel onder wie Zijn Naam aanriepen; zij riepen tot de HEERE en Híj verhoorde hen. 
7 Hij sprak tot hen in een wolkkolom; zij hebben Zijn getuigenissen in acht genomen en de verordeningen die Hij hun had gegeven. 
8 HEERE, onze God, Ú hebt hen verhoord; U bent voor hen een vergevend God geweest, hoewel U wraak oefende over hun daden. 
9 Roem de HEERE, onze God; buig u neer voor Zijn heilige berg, want heilig is de HEERE, onze God.
https://www.bijbelhoek.nl/bijbel/psalmen/99
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!