De Bijbel, 1 Samuel 26
Hoofdstuk: 1 Samuel 26
1 Samuel 26 25 Toen zei Saul tegen David: Gezegend ben je, mijn zoon David; wat je ook doet, je zult ertoe in staat zijn. Toen ging David zijns weegs, en Saul keerde terug naar zijn woonplaats. https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/1-samuel/26/25