De Bijbel, 2 Samuel 18
Hoofdstuk: 2 Samuel 18
2 Samuel 18 33 Toen sidderde de koning. Hij ging naar het bovenvertrek van de poort en huilde. Al gaande zei hij dit: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, was ík maar in jouw plaats gestorven, Absalom, mijn zoon, mijn zoon! https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/2-samuel/18/33