De Bijbel, Ezechiël 11
Hoofdstuk: Ezechiël 11
Ezechiël 11 13 En het gebeurde terwijl ik profeteerde, dat Pelatja, de zoon van Benaja, stierf. Toen wierp ik mij met mijn gezicht ter aarde en riep met luide stem: Ach, Heere HEERE, maakt U een vernietigend einde aan het overblijfsel van Israël? https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/ezechiel/11/13