De Bijbel, Ezechiël 30
Hoofdstuk: Ezechiël 30
Ezechiël 30 21 Mensenkind, Ik heb de arm van de farao, de koning van Egypte, gebroken. En zie, hij is niet verbonden door een verband aan te leggen om hem te verbinden, om genezing te brengen, om hem sterk genoeg te maken om het zwaard te hanteren. https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/ezechiel/30/21