De Bijbel, Ezechiël 9
Hoofdstuk: Ezechiël 9
Ezechiël 9 8 En het gebeurde terwijl zij toesloegen dat ik alleen achterbleef. Toen wierp ik mij met mijn gezicht ter aarde en riep: Ach, Heere HEERE, gaat U heel het overblijfsel van Israël te gronde richten door Uw grimmigheid over Jeruzalem uit te storten? https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/ezechiel/9/8