De Bijbel, Jeremia 38
Hoofdstuk: Jeremia 38
Jeremia 38 19 Daarop zei koning Zedekia tegen Jeremia: Ik ben beducht voor de Judeeërs die naar de Chaldeeërs zijn overgelopen, dat zij mij in hun hand zullen geven en zij de spot met mij zullen drijven. https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/jeremia/38/19