De Bijbel, Jesaja 30
Hoofdstuk: Jesaja 30
Jesaja 30 28 Zijn adem is als een overstromende beek, die reikt tot de hals, om de heidenvolken te wannen met de wan van nutteloosheid; en een toom die doet dwalen, ligt op de kaken van de volken. https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/jesaja/30/28