De Bijbel, Mattheüs 27
Hoofdstuk: Mattheüs 27
Mattheüs 27 29 vlochten een kroon van dorens, zetten die op Zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand. Zij vielen op hun knieën voor Hem neer en bespotten Hem met de woorden: Gegroet, Koning van de Joden! https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/mattheus/27/29