Net als de twee voorgaande en de volgende twee soeras, maakt deze Mekkaanse soera duidelijk dat Allāhs macht om te creëren als bewijs moet worden beschouwd van Zijn vermogen om de doden weer tot leven te brengen voor het oordeel. De verschrikkingen van het Laatste Uur en de straf van de onrechtplegers worden krachtig verkondigd.
In de naam van Allāh,
de Meest Barmhartige,
de Meest Genadevolle.
1.
Bij de met goedheid uitgezondenen.
2.
Bij de met spoed voortspoedenden.
3.
En bij de verspreid verspreidenden.
4.
Bij de scheidend scheidenden.
5.
Bij de doorgevenden van de Vermaning.
6.
Als een afwijzing van verontschuldigingen of als een waarschuwing.
7.
Voorwaar, wat jullie is aangezegd, zal zeker gebeuren.
وَٱلْمُرْسَلَـٰتِ عُرْفًۭا
﴿١﴾
فَٱلْعَـٰصِفَـٰتِ عَصْفًۭا
﴿٢﴾
وَٱلنَّـٰشِرَٰتِ نَشْرًۭا
﴿٣﴾
فَٱلْفَـٰرِقَـٰتِ فَرْقًۭا
﴿٤﴾
فَٱلْمُلْقِيَـٰتِ ذِكْرًا
﴿٥﴾
عُذْرًا أَوْ نُذْرًا
﴿٦﴾
إِنَّمَا تُوعَدُونَ لَوَٰقِعٌۭ
﴿٧﴾
8.
Wanneer dan de sterren gedoofd worden.
9.
En wanneer de hemel gespleten wordt.
10.
En wanneer de bergen verpulverd worden.
11.
En wanneer voor de boodschappers de tijd vastgesteld is.
12.
(Er wordt gezegd:) "Tot welke dag is er uitstel gegeven?"
13.
Tot de Dag van de Beoordeling.
14.
En wat doet jullie weten wat Dag van de Beoordeling is?
15.
Wee die Dag de loochenaars!
فَإِذَا ٱلنُّجُومُ طُمِسَتْ
﴿٨﴾
وَإِذَا ٱلسَّمَآءُ فُرِجَتْ
﴿٩﴾
وَإِذَا ٱلْجِبَالُ نُسِفَتْ
﴿١٠﴾
وَإِذَا ٱلرُّسُلُ أُقِّتَتْ
﴿١١﴾
لِأَىِّ يَوْمٍ أُجِّلَتْ
﴿١٢﴾
لِيَوْمِ ٱلْفَصْلِ
﴿١٣﴾
وَمَآ أَدْرَىٰكَ مَا يَوْمُ ٱلْفَصْلِ
﴿١٤﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿١٥﴾
16.
Hebben Wij de vroegeren niet vernietigd?
17.
Waarna Wij hen deden opvolgen door de lateren?
18.
Zo behandelen Wij de misdadigers.
19.
Wee die Dag de loochenaars!
20.
Hebben Wij jullie niet uit een onaanzienlijk water geschapen?
21.
Toen plaatsten Wij het in een beschermende rustplaats.
22.
Tot een bekend tijdstip.
23.
Wij beschikten (erover) en Wij zijn de beste Beschikkers.
24.
Wee die Dag de loochenaars!
25.
Hebben Wij de aarde niet tot een plaats van verzameling gemaakt?
26.
Zowel voor levenden en doden?
27.
En Wij plaatsten daarop stevige bergen en Wij schonken jullie helder water.
28.
Wee die Dag de loochenaars!
أَلَمْ نُهْلِكِ ٱلْأَوَّلِينَ
﴿١٦﴾
ثُمَّ نُتْبِعُهُمُ ٱلْـَٔاخِرِينَ
﴿١٧﴾
كَذَٰلِكَ نَفْعَلُ بِٱلْمُجْرِمِينَ
﴿١٨﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿١٩﴾
أَلَمْ نَخْلُقكُّم مِّن مَّآءٍۢ مَّهِينٍۢ
﴿٢٠﴾
فَجَعَلْنَـٰهُ فِى قَرَارٍۢ مَّكِينٍ
﴿٢١﴾
إِلَىٰ قَدَرٍۢ مَّعْلُومٍۢ
﴿٢٢﴾
فَقَدَرْنَا فَنِعْمَ ٱلْقَـٰدِرُونَ
﴿٢٣﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٢٤﴾
أَلَمْ نَجْعَلِ ٱلْأَرْضَ كِفَاتًا
﴿٢٥﴾
أَحْيَآءًۭ وَأَمْوَٰتًۭا
﴿٢٦﴾
وَجَعَلْنَا فِيهَا رَوَٰسِىَ شَـٰمِخَـٰتٍۢ وَأَسْقَيْنَـٰكُم مَّآءًۭ فُرَاتًۭا
﴿٢٧﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٢٨﴾
29.
Ga naar dat wat jullie plachten to loochenen!
30.
Ga naar een schaduw (van rook) die drie kolommen heeft.
31.
Die geen schaduw geeft en die niet baat tegen het vlammende Vuur.
32.
Zij (de Hel) werpt vonken als kastelen.
33.
Alsof zij gele kamelen waren.
34.
Wee die Dag de loochenaars!
35.
Dit is een Dag waarop zij niet spreken.
36.
En er wordt hun niet toegestaan zich te verontschuldigen.
37.
Wee die Dag de loochenaars!
38.
Dit is de Dag van de Beoordeling, Wij verzamelen jullie en de vroegeren.
39.
Als jullie dan een list hebben, voer die dan uit.
40.
Wee die Dag de loochenaars!
ٱنطَلِقُوٓا۟ إِلَىٰ مَا كُنتُم بِهِۦ تُكَذِّبُونَ
﴿٢٩﴾
ٱنطَلِقُوٓا۟ إِلَىٰ ظِلٍّۢ ذِى ثَلَـٰثِ شُعَبٍۢ
﴿٣٠﴾
لَّا ظَلِيلٍۢ وَلَا يُغْنِى مِنَ ٱللَّهَبِ
﴿٣١﴾
إِنَّهَا تَرْمِى بِشَرَرٍۢ كَٱلْقَصْرِ
﴿٣٢﴾
كَأَنَّهُۥ جِمَـٰلَتٌۭ صُفْرٌۭ
﴿٣٣﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٣٤﴾
هَـٰذَا يَوْمُ لَا يَنطِقُونَ
﴿٣٥﴾
وَلَا يُؤْذَنُ لَهُمْ فَيَعْتَذِرُونَ
﴿٣٦﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٣٧﴾
هَـٰذَا يَوْمُ ٱلْفَصْلِ ۖ جَمَعْنَـٰكُمْ وَٱلْأَوَّلِينَ
﴿٣٨﴾
فَإِن كَانَ لَكُمْ كَيْدٌۭ فَكِيدُونِ
﴿٣٩﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٤٠﴾
41.
Voorwaar, de moettaqīen verkeren in schaduwen en bij bronnen.
42.
En er zijn vruchten die zij wensen.
43.
(Er wordt gezegd:) "Eet en drink smakelijk voor wat jullie plachten te verrichten."
44.
Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners.
45.
Wee die Dag de loochenaars!
إِنَّ ٱلْمُتَّقِينَ فِى ظِلَـٰلٍۢ وَعُيُونٍۢ
﴿٤١﴾
وَفَوَٰكِهَ مِمَّا يَشْتَهُونَ
﴿٤٢﴾
كُلُوا۟ وَٱشْرَبُوا۟ هَنِيٓـًٔۢا بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
﴿٤٣﴾
إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ
﴿٤٤﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٤٥﴾
46.
Eet en geniet even: voorwaar, jullie zijn misdadigers.
47.
Wee die Dag de loochenaars!
48.
En wanneer er tot hen gezegd wordt: "Buig jullie (in de ṣalāh)," dan buigen zij niet.
49.
Wee die Dag de loochenaars!
50.
In welk Woord na hem (de Koran) zullen zij dan geloven?
كُلُوا۟ وَتَمَتَّعُوا۟ قَلِيلًا إِنَّكُم مُّجْرِمُونَ
﴿٤٦﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٤٧﴾
وَإِذَا قِيلَ لَهُمُ ٱرْكَعُوا۟ لَا يَرْكَعُونَ
﴿٤٨﴾
وَيْلٌۭ يَوْمَئِذٍۢ لِّلْمُكَذِّبِينَ
﴿٤٩﴾
فَبِأَىِّ حَدِيثٍۭ بَعْدَهُۥ يُؤْمِنُونَ
﴿٥٠﴾
NOTEER:
De Nederlandse vertaling van de Koran wordt slechts gezien als
een beste poging om de correcte interpretatie van de betekenis
over te brengen. Voor een oppervlakkig beeld is dit voldoende,
maar voor een dieper begrip dient men de Koran zelf te raadplegen
(d.w.z. het Arabisch).
LET OP:
Vertaling bevat nog een aantal fouten!
S.v.p. controleren en fouten mailen naar:
info (apenstaartje) bijbelhoek.nl
.