Het onderliggende thema van deze Mekkaanse soera is dat mensen zijn uitgerust met de noodzakelijke vermogens om tussen goed en kwaad te kiezen. De weldoeners worden het Paradijs beloofd en de onrechtplegers worden de Hel beloofd. Dit thema wordt benadrukt in de volgende soera.
In de naam van Allāh,
de Meest Barmhartige,
de Meest Genadevolle.
1.
Ik zweer bij deze stad (Mekka).
2.
En jij (Mohammed) bent een bewoner van deze stad.
3.
En bij de vader (Adam) en wat hij verwekte.
4.
Voorzeker, Wij hebben de mens tot gezwoeg geschapen.
5.
Denk hij dat niemand macht over hem heeft?
6.
Hij zegt: "Ik heb veel bezit verkwist."
7.
Denkt hij dat niemand hem ziet?
8.
Hebben Wij niet voor hem een paar ogen gemaakt?
9.
En een tong en een paar lippen?
10.
En hebben Wij hem niet de twee wegen (van leiding en dwaling) gewezen?
لَآ أُقْسِمُ بِهَـٰذَا ٱلْبَلَدِ
﴿١﴾
وَأَنتَ حِلٌّۢ بِهَـٰذَا ٱلْبَلَدِ
﴿٢﴾
وَوَالِدٍۢ وَمَا وَلَدَ
﴿٣﴾
لَقَدْ خَلَقْنَا ٱلْإِنسَـٰنَ فِى كَبَدٍ
﴿٤﴾
أَيَحْسَبُ أَن لَّن يَقْدِرَ عَلَيْهِ أَحَدٌۭ
﴿٥﴾
يَقُولُ أَهْلَكْتُ مَالًۭا لُّبَدًا
﴿٦﴾
أَيَحْسَبُ أَن لَّمْ يَرَهُۥٓ أَحَدٌ
﴿٧﴾
أَلَمْ نَجْعَل لَّهُۥ عَيْنَيْنِ
﴿٨﴾
وَلِسَانًۭا وَشَفَتَيْنِ
﴿٩﴾
وَهَدَيْنَـٰهُ ٱلنَّجْدَيْنِ
﴿١٠﴾
11.
Was hij maar over de drempel gestapt!
12.
En wat doet jou weten wat de drempel is?
13.
Het vrijlaten van een slaaf.
14.
Of het geven van voedsel op een dag van hongersnood.
15.
Aan een verwante wees.
16.
Of aan een arme behoeftige.
17.
En dat hij behoort tot degenen die geloven en elkaar aansporen tot geduld en elkaar aansporen tot barmhartigheid.
18.
Zij zijn degenen die de mensen van de rechterzijde zijn (zij zijn de bewoners van het Paradijs).
19.
En degenen die niet in Onze verzen geloven; zij zijn degenen die de mensen van de linkerzijde zijn.
20.
Over hen is een omhullend vuur (de Hel).
فَلَا ٱقْتَحَمَ ٱلْعَقَبَةَ
﴿١١﴾
وَمَآ أَدْرَىٰكَ مَا ٱلْعَقَبَةُ
﴿١٢﴾
فَكُّ رَقَبَةٍ
﴿١٣﴾
أَوْ إِطْعَـٰمٌۭ فِى يَوْمٍۢ ذِى مَسْغَبَةٍۢ
﴿١٤﴾
يَتِيمًۭا ذَا مَقْرَبَةٍ
﴿١٥﴾
أَوْ مِسْكِينًۭا ذَا مَتْرَبَةٍۢ
﴿١٦﴾
ثُمَّ كَانَ مِنَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَتَوَاصَوْا۟ بِٱلصَّبْرِ وَتَوَاصَوْا۟ بِٱلْمَرْحَمَةِ
﴿١٧﴾
أُو۟لَـٰٓئِكَ أَصْحَـٰبُ ٱلْمَيْمَنَةِ
﴿١٨﴾
وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ بِـَٔايَـٰتِنَا هُمْ أَصْحَـٰبُ ٱلْمَشْـَٔمَةِ
﴿١٩﴾
عَلَيْهِمْ نَارٌۭ مُّؤْصَدَةٌۢ
﴿٢٠﴾
NOTEER:
De Nederlandse vertaling van de Koran wordt slechts gezien als
een beste poging om de correcte interpretatie van de betekenis
over te brengen. Voor een oppervlakkig beeld is dit voldoende,
maar voor een dieper begrip dient men de Koran zelf te raadplegen
(d.w.z. het Arabisch).
LET OP:
Vertaling bevat nog een aantal fouten!
S.v.p. controleren en fouten mailen naar:
info (apenstaartje) bijbelhoek.nl
.